De koning te rijk

De opgezette ransuil (Asio otus) kreeg ik in 1956 van mijn oom Piet van Kogelenberg uit Utrecht, samen met een schapenschedel, een echte helm uit de oorlog en een heuse voorlader. Hoe hij eraan gekomen is, weet ik niet precies. Misschien iets van een verborgen inboedel van Joodse vrienden?
Oom Piet zag wel iets in me, denk ik. Wie geeft er nu zo'n prachtig cadeau aan zijn neefje uit Amsterdam? Hij kwam het zelf naar mijn kamertje in de Bernissestraat brengen. Ik moest er wel zuinig op zijn, zeide hij mij. Ik was in elk geval in één klap de koning te rijk en liet vol trots de schitterend opgezette ransuil zien aan de clubgenoten van de Christelijke Jeugdvereniging voor Natuurstudie. Elke zaterdag verzamelden we bij de Berlagebrug en fietsten dan de natuur in met onze kijkertjes. Ik kan me niet herinneren toen ooit een levende ransuil gezien te hebben - maar ik had er mooi wél één in de kast staan!

 

Ingezonden door:
Cees van Driel