Mijn vader Marinus Kutterink (1907-1983) is direct na zijn opleiding aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam zijn carrière op 21-jarige leeftijd bij Koninklijke Begeer in Voorschoten (De Zilverfabriek). Hij trad daar in dienst als modelleur-ontwerper en heeft o.a. diverse zilverwerken ontworpen waaronder bestek, gelegenheidsgeschenken voor het Koninklijk Huis, bekers zoals die van het Hoogoven Schaaktoernooi. Hij was één van de zeer weinige Nederlandse medailleurs die direct na de voltooiing van hun opleiding in het penningvak terecht zijn gekomen. Hij heeft in totaal ruim 200 penningen ontworpen en behoort daarmee tot de produktiefste penningmakers die Nederland heeft gekend. In 1952 is heeft hij bij Begeer ontslag genomen en is toen naast tekenleraar als freelancer voor zichzelf begonnen. Na zijn dood in 1983 hebben wij als kinderen zijn atelier opgeruimd en een aantal penningen, die hij nog in zijn bezit had, onder elkaar verdeeld. Deze vijf penningen hebben bij ons een plekje in de boekenkast.

 

[Klik voor uitleg over de pennigen, klik op de foto]

 

Links boven:

Geboortepenning in brons ter gelegenheid van de geboortes van zijn kinderen en kleinkinderen.

 

Rechts boven:

Erepenning van de Raad van Europa (1955) met tekst aan de voorzijde ‘Europa Urbium Concordia Florens’

 

Links onder:

Trouwpenning, ontvangen bij ons trouwen in 1975. De handen van mijn vader en moeder hebben model gestaan voor deze penning.

 

Midden onder:

Erepenning van de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM) voor ‘Langdurige trouwe dienst’. Jaartal onbekend.

 

Rechts onder:

Erepenning t.g.v. ‘Het statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden’ 1954 – 1964. Nederland, Suriname, de Nederlandse Antillen. Tekst voorzijde: ‘Vrij in gebondenheid – Gebonden in vrijheid’.

 

Ingezonden door: Robert Cotterink